TABEL 11 - RECHTSGEBIED ANTWERPEN

Uitstroom van zaken in de loop van 2015 per parket: motieven voor de zonder strafvervolging afgehandelde zaken (N en %)

<< vorig (tabel 10) |
tabel 11 voor 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Antwerpen Bergen Brussel Gent Luik - België
| volgend (tabel 12) >>
  ANTWERPEN LIMBURG RECHTSGEBIED BELGIE
n % n % n % n %
Afhandeling zonder strafvervolging om technische redenen 27.856 63,64 15.484 72,34 43.340 66,50 268.557 64,36
    Onvoldoende elementen voor strafvervolging 25.742 58,81 14.736 68,85 40.478 62,10 255.424 61,21
        Geen misdrijf 4.813 11,00 3.139 14,67 7.952 12,20 59.718 14,31
        Onvoldoende bewijzen 12.658 28,92 4.675 21,84 17.333 26,59 74.374 17,82
        Dader(s) onbekend 8.271 18,90 6.922 32,34 15.193 23,31 121.332 29,08
    Verval van strafvordering 84 0,19 69 0,32 153 0,23 1.406 0,34
        Verjaring 0 0,00 1 0,00 1 0,00 24 0,01
        Overlijden van de verdachte 84 0,19 68 0,32 152 0,23 1.382 0,33
        Verlies van rechtspersoonlijkheid 0 0,00 0 0,00 0 0,00 0 0,00
    Niet-toelaatbaarheid van strafvordering 1.084 2,48 661 3,09 1.745 2,68 8.827 2,12
        Onbevoegdheid nationale vervolgingsorganen-rechtsmachten 430 0,98 280 1,31 710 1,09 3.964 0,95
        Kracht van gewijsde 426 0,97 256 1,20 682 1,05 3.477 0,83
        Immuniteit 1 0,00 2 0,01 3 0,00 33 0,01
        Strafuitsluitende verschoningsgrond 69 0,16 107 0,50 176 0,27 696 0,17
        Voor klachtmisdrijf: afwezigheid klacht of klachtafstand 141 0,32 13 0,06 154 0,24 599 0,14
        Ne bis in idem 17 0,04 3 0,01 20 0,03 58 0,01
    Onbekend/error 946 2,16 18 0,08 964 1,48 2.900 0,69
Afhandeling zonder strafvervolging om opportuniteitsredenen 15.917 36,36 5.920 27,66 21.837 33,50 148.723 35,64
    Motieven eigen aan de aard van de feiten 4.420 10,10 2.502 11,69 6.922 10,62 48.848 11,71
        Beperkte maatschappelijke weerslag 411 0,94 215 1,00 626 0,96 7.220 1,73
        Nadeel gering 1.131 2,58 191 0,89 1.322 2,03 4.828 1,16
        Wanverhouding tussen de gevolgen van de strafvervolging en de maatschappelijke verstoring 1.380 3,15 335 1,57 1.715 2,63 20.760 4,98
        Toevallige feiten met oorzaak in specifieke omstandigheden 1.097 2,51 1.623 7,58 2.720 4,17 9.467 2,27
        Aandeel van partijen niet duidelijk te bepalen 0 0,00 0 0,00 0 0,00 0 0,00
        Redelijke termijn vervolging overschreden 401 0,92 138 0,64 539 0,83 6.573 1,58
        Mogelijke opslorping 0 0,00 0 0,00 0 0,00 0 0,00
    Motieven eigen aan de verdachte, het slachtoffer of hun onderlinge verhouding 5.542 12,66 1.714 8,01 7.256 11,13 48.915 11,72
        Afwezigheid van voorgaanden 1.127 2,57 168 0,78 1.295 1,99 7.870 1,89
        Jeugdige leeftijd van de verdachte 13 0,03 16 0,07 29 0,04 130 0,03
        Schade geregeld of onwettige toestand geregulariseerd door de verdachte 4.145 9,47 1.144 5,34 5.289 8,11 28.951 6,94
        Houding van de klager 164 0,37 288 1,35 452 0,69 3.508 0,84
        Dader en slachtoffer staan in een specifieke relatie tot elkaar 93 0,21 98 0,46 191 0,29 8.456 2,03
    Beleid 5.955 13,60 1.704 7,96 7.659 11,75 50.960 12,21
        Te weinig recherchecapaciteit 1.329 3,04 38 0,18 1.367 2,10 10.301 2,47
        Andere prioriteiten bij opsporings- en vervolgingsbeleid 4.055 9,26 1.281 5,98 5.336 8,19 37.261 8,93
        Voorrang aan de burgerlijke afhandeling 571 1,30 385 1,80 956 1,47 3.398 0,81
TOTAAL 43.773 100,00 21.404 100,00 65.177 100,00 417.280 100,00

Bron: gegevensbank van het College van Procureurs-generaal - statistisch analisten

Methodologische kanttekeningen

Algemeen

Zaken die tussen 1 januari 2015 en 31 december 2015 werden gesloten, behoren tot de uitstroom van het jaar 2015.
Deze tabel biedt een overzicht van één van de uitstroommodaliteiten waarop zaken in de loop van 2015 zijn uitgestroomd, de afhandeling zonder strafvervolging (cfr. tabel 9).

Motief van afhandeling zonder strafvervolging

De afhandeling zonder strafvervolging is een beslissing van het Openbaar Ministerie waarbij het onderzoek naar de feiten als afgehandeld wordt beschouwd en geen strafrechtelijke vervolging wordt ingesteld. De beslissing tot afhandeling zonder strafvervolging is in wezen een voorlopige beslissing die door het Openbaar Ministerie kan herzien worden wanneer zich nieuwe bewijs- of onderzoekselementen aandienen.
Als onderdeel van de Franchimont-hervorming legt de wet aan de procureur des Konings de verplichting op om zijn beslissing te motiveren (art. 28 quater al. 1 van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd door de wet van 12 maart 1998). De parketten beschikken over een gedetailleerde lijst van motieven voor de afhandeling zonder strafvervolging, zoals vermeld in de omzendbrief COL 16/2014 van het College van Procureurs-generaal betreffende de toepassing van de wet van 12 maart 1998.

Afhandeling zonder strafvervolging om technische redenen
Deze rubriek toont het aantal en de totale proportie van de motieven tot afhandeling zonder strafvervolging om technische redenen.
Afhandeling zonder strafvervolging om opportuniteitsredenen
Deze rubriek toont het aantal en de totale proportie van de motieven tot afhandeling zonder strafvervolging om opportuniteitsredenen.

Jaarstatistiek van de correctionele parketten
Opsporing en vervolging van strafzaken door de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg
https://stat.om-mp.be/intro_n.html