TABEL 11 - RECHTSGEBIED BERGEN

Uitstroom van zaken in de loop van 2020 per parket: motieven voor de zonder strafvervolging afgehandelde zaken (N en %)

<< vorig (tabel 10) |
tabel 11 voor 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Antwerpen Bergen Brussel Gent Luik - België
| volgend (tabel 12) >>
  BERGEN CHARLEROI RECHTSGEBIED BELGIE
n % n % n % n %
Afhandeling zonder strafvervolging om technische redenen 18.415 60,14 18.452 64,53 36.867 62,26 218.087 63,85
    Onvoldoende elementen voor strafvervolging 17.726 57,89 17.747 62,06 35.473 59,91 207.029 60,61
        Geen misdrijf 3.863 12,62 3.544 12,39 7.407 12,51 49.417 14,47
        Onvoldoende bewijzen 6.124 20,00 7.275 25,44 13.399 22,63 84.167 24,64
        Dader(s) onbekend 7.739 25,28 6.928 24,23 14.667 24,77 73.445 21,50
    Verval van strafvordering 270 0,88 183 0,64 453 0,77 3.226 0,94
        Verjaring 89 0,29 54 0,19 143 0,24 1.635 0,48
        Overlijden van de verdachte 181 0,59 129 0,45 310 0,52 1.591 0,47
        Verlies van rechtspersoonlijkheid 0 0,00 0 0,00 0 0,00 0 0,00
    Niet-toelaatbaarheid van strafvordering 418 1,37 520 1,82 938 1,58 7.710 2,26
        Onbevoegdheid nationale vervolgingsorganen-rechtsmachten 35 0,11 66 0,23 101 0,17 1.475 0,43
        Kracht van gewijsde 265 0,87 383 1,34 648 1,09 5.267 1,54
        Immuniteit 13 0,04 0 0,00 13 0,02 29 0,01
        Strafuitsluitende verschoningsgrond 43 0,14 65 0,23 108 0,18 655 0,19
        Voor klachtmisdrijf: afwezigheid klacht of klachtafstand 47 0,15 5 0,02 52 0,09 90 0,03
        Ne bis in idem 15 0,05 1 0,00 16 0,03 194 0,06
    Onbekend/error 1 0,00 2 0,01 3 0,01 122 0,04
Afhandeling zonder strafvervolging om opportuniteitsredenen 12.204 39,86 10.144 35,47 22.348 37,74 123.496 36,15
    Motieven eigen aan de aard van de feiten 4.288 14,00 3.196 11,18 7.484 12,64 37.770 11,06
        Beperkte maatschappelijke weerslag 959 3,13 85 0,30 1.044 1,76 3.140 0,92
        Nadeel gering 255 0,83 147 0,51 402 0,68 4.445 1,30
        Wanverhouding tussen de gevolgen van de strafvervolging en de maatschappelijke verstoring 1.676 5,47 1.540 5,39 3.216 5,43 17.415 5,10
        Toevallige feiten met oorzaak in specifieke omstandigheden 1.004 3,28 1.051 3,68 2.055 3,47 8.433 2,47
        Aandeel van partijen niet duidelijk te bepalen 0 0,00 0 0,00 0 0,00 0 0,00
        Redelijke termijn vervolging overschreden 390 1,27 371 1,30 761 1,29 4.322 1,27
        Mogelijke opslorping 4 0,01 2 0,01 6 0,01 15 0,00
    Motieven eigen aan de verdachte, het slachtoffer of hun onderlinge verhouding 3.926 12,82 2.890 10,11 6.816 11,51 34.347 10,06
        Afwezigheid van voorgaanden 372 1,21 538 1,88 910 1,54 6.915 2,02
        Jeugdige leeftijd van de verdachte 38 0,12 3 0,01 41 0,07 142 0,04
        Schade geregeld of onwettige toestand geregulariseerd door de verdachte 1.927 6,29 1.435 5,02 3.362 5,68 20.481 6,00
        Houding van de klager 144 0,47 103 0,36 247 0,42 1.785 0,52
        Dader en slachtoffer staan in een specifieke relatie tot elkaar 1.445 4,72 811 2,84 2.256 3,81 5.024 1,47
    Beleid 3.990 13,03 4.058 14,19 8.048 13,59 51.379 15,04
        Te weinig recherchecapaciteit 1.274 4,16 487 1,70 1.761 2,97 13.251 3,88
        Andere prioriteiten bij opsporings- en vervolgingsbeleid 1.960 6,40 3.288 11,50 5.248 8,86 26.382 7,72
        Voorrang aan de burgerlijke afhandeling 756 2,47 283 0,99 1.039 1,75 11.746 3,44
TOTAAL 30.619 100,00 28.596 100,00 59.215 100,00 341.583 100,00

Bron: gegevensbank van het College van Procureurs-generaal - statistisch analisten

Methodologische kanttekeningen

Algemeen

Zaken die tussen 1 januari 2020 en 31 december 2020 werden gesloten, behoren tot de uitstroom van het jaar 2020.
Deze tabel biedt een overzicht van één van de uitstroommodaliteiten waarop zaken in de loop van 2020 zijn uitgestroomd, de afhandeling zonder strafvervolging (cfr. tabel 9).

Motief van afhandeling zonder strafvervolging

De afhandeling zonder strafvervolging is een beslissing van het Openbaar Ministerie waarbij het onderzoek naar de feiten als afgehandeld wordt beschouwd en geen strafrechtelijke vervolging wordt ingesteld. De beslissing tot afhandeling zonder strafvervolging is in wezen een voorlopige beslissing die door het Openbaar Ministerie kan herzien worden wanneer zich nieuwe bewijs- of onderzoekselementen aandienen.
Als onderdeel van de Franchimont-hervorming legt de wet aan de procureur des Konings de verplichting op om zijn beslissing te motiveren (art. 28 quater al. 1 van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd door de wet van 12 maart 1998). De parketten beschikken over een gedetailleerde lijst van motieven voor de afhandeling zonder strafvervolging, zoals vermeld in de omzendbrief COL 16/2014 van het College van Procureurs-generaal betreffende de toepassing van de wet van 12 maart 1998.

Afhandeling zonder strafvervolging om technische redenen
Deze rubriek toont het aantal en de totale proportie van de motieven tot afhandeling zonder strafvervolging om technische redenen.
Afhandeling zonder strafvervolging om opportuniteitsredenen
Deze rubriek toont het aantal en de totale proportie van de motieven tot afhandeling zonder strafvervolging om opportuniteitsredenen.

Jaarstatistiek van de correctionele parketten
Opsporing en vervolging van strafzaken door de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg
https://stat.om-mp.be/intro_n.html