TABEL 7 - RECHTSGEBIED ANTWERPEN
Instroom van zaken in de loop van 2006 per parket: zaken met minstens één gekende verdachte versus zaken waarin geen enkele verdachte gekend is (N en %)
| |
ANTWERPEN |
LIMBURG |
RECHTSGEBIED |
BELGIE |
| n |
% |
n |
% |
n |
% |
n |
% |
| (1) geen gekende verdachte |
30.414 |
34,18 |
12.476 |
31,43 |
42.890 |
33,33 |
420.077 |
49,09 |
| (2) min. 1 gekende verdachte |
58.567 |
65,82 |
27.217 |
68,57 |
85.784 |
66,67 |
435.687 |
50,91 |
| TOTAAL |
88.981 |
100,00 |
39.693 |
100,00 |
128.674 |
100,00 |
855.764 |
100,00 |
Bron: gegevensbank van het College van Procureurs-generaal - statistisch analisten
Methodologische kanttekeningen
Algemeen
Zaken die tussen 1 januari 2006 en 31 december 2006 werden gecreëerd of heropend, behoren tot de instroom van het jaar 2006.
De tabel toont zaken waarin geen enkele verdachte of vermoedelijke dader geregistreerd werd versus zaken waarin minstens één verdachte geïdentificeerd en geregistreerd werd.
Hoewel het steeds gaat om zaken die in 2006 op het parket zijn ingestroomd of werden heropend, is het mogelijk dat nog na dat jaar nog één of meer verdachten aan de zaak werden toegevoegd of uit de zaak werden onttrokken. De tabel geeft dus een overzicht van de aanwezigheid van geen of minstens één verdachte in de zaak op de datum van extractie.
Gekende verdachte
- (1) geen gekende verdachte
- Geen enkele verdachte is in de zaak gekend.
- (2) min. 1 gekende verdachte
- Minstens één verdachte is in de zaak geïdentificeerd. In dezelfde zaak kunnen eventueel nog andere verdachten betrokken zijn waarvan men de identiteit niet kent.
vorig (tabel 6) |
